Sommige vragen zijn lastiger te beantwoorden dan andere. Zoals: is een BHV’er op afstand voldoende? Het korte antwoord is: nee. Het lange antwoord heeft wat meer woorden nodig.
Casus
“Onze productieomgeving draait volcontinu. We proberen op iedere shift een BHV’er in te delen. Dat is tot nog toe altijd gelukt. Door overmacht lukte het in de nacht een keer niet. Dit leidde tot vragen vanuit de nachtploeg en het managementteam: hoe kunnen we het beste met een dergelijke situatie omgaan? Het MT regelde dat er een BHV-collega op afroep beschikbaar was. Die kan binnen 10 minuten ter plaatse zijn. Maar is een BHV’er op afstand voldoende om te voldoen aan de wettelijke kaders? Of moeten we in deze uitzonderlijke situatie de productie stilleggen? Diverse instanties laten weten: een BHV’er moet aanwezig zijn. Maar in de wet kan niemand dat laten zien. Wat moeten we hiermee? Mag een BHV’er op afstand wel of niet?”
In het boek 100 vragen over arbowetgeving vertelt juridisch expert Rob Poort: “Een van de verplichtingen van de werkgever in de Arbowet is dat hij moet zorgen voor doeltreffende maatregelen voor eerste hulp bij ongevallen, brandbestrijding en evacuatie van werknemers en andere aanwezigen. […] Een en ander betekent dat op grond van de Arbowet bedrijfshulpverlening altijd verplicht is.”
Doeltreffende maatregelen betekent onder meer dat bij een calamiteit noodhulpverlening binnen enkele minuten op gang moet kunnen komen – in NEN8112 is 3 minuten het uitgangspunt. Op basis daarvan moet bepaald worden hoeveel BHV’ers er dan nodig zijn, en waar, om de hulpverlening gedurende de gehele bedrijfstijd te kunnen waarborgen. Hoe dan ook moet er tijdens werktijd minimaal één bedrijfshulpverlener aanwezig zijn.
BHV op afstand lijkt dan niet afdoende?
Dat klopt. “Aan BHV op afstand heb je in de praktijk niets. De regelgeving zegt ook dat de hulpverlening binnen enkele minuten op gang moet kunnen komen. Tien minuten is vrijwel altijd te lang. Stel een collega krijgt een hartstilstand. Dan moet je er binnen 3 minuten écht zijn om de reanimatie op te starten, want het kost ook nog even tijd om de AED aan te sluiten.”
Met iedere minuut dat je later bent, neemt de kans dat de reanimatie slaagt af en de kwaliteit van leven bij overleven ook. Ook bij andere calamiteiten is snelheid geboden. Een paar minuten kunnen een groot verschil maken bij de behandeling van een slagaderlijke bloeding, als er plotseling gevaarlijke stoffen vrijkomen in de werkruimte of bij een uitslaande brand.
Moet je de productie stilleggen als er op locatie niemand beschikbaar is?
Als je het zwart-wit stelt, is het antwoord hierop officieel ja”, zegt Baars. “Maar in de praktijk gebeurt dit zelden tot nooit. ‘We werken veilig of niet’ wordt vaker met de mond beleden dan daadwerkelijk toegepast.”
Wat als er niet genoeg BHV’ers zijn?
Stap 1 is meer BHV’ers zoeken. Niet iedere organisatie krijgt het voor elkaar om voldoende mensen bereid te vinden allround BHV’er te worden zodat er altijd iemand beschikbaar is. Is dat in jullie organisatie het geval, dan kun je kijken of je mensen wel kunt verleiden om een stukje van het pakket op zich te nemen.
Het kan helpen als je de taak kleiner maakt, behapbaar. Je kunt bijvoorbeeld zorgen dat je genoeg mensen hebt die spoedeisende hulp kunnen verlenen of kunnen reanimeren – het kost een paar uur om dat te leren. En als je dan ook altijd iemand in de ploeg hebt die weet hoe de lijntjes naar de hulpdiensten lopen, kun je ook zonder volledig opgeleid BHV’er in de meeste gevallen snel genoeg handelen.”
Hoe zouden we dat leren kunnen aanpakken?
Het zou geweldig zijn als iedere Nederlander op school al les in reanimatie en EHBO krijgt. “We leren schrijven, rekenen, zwemmen, dat vinden we belangrijk. Levens kunnen redden lijkt me niet minder belangrijk, toch?”
Als werkgever kan je besluiten dit aan alle medewerkers aan te bieden. Mensen zijn daar best ontvankelijk voor. Als een dierbare of een collega overlijdt door een hartstilstand in hun nabijheid, voelen mensen zich schuldig dat ze niets konden doen. Zeker in een tijd dat de ambulance niet meer zomaar binnen een paar minuten voorrijdt, is het zinvol hier goed over na te denken – we zijn het eigenlijk aan onszelf verplicht. Je kunt niet iedereen redden met zo’n cursus, maar de kans wordt wel substantieel groter.”
Daar lossen we het probleem niet echt mee op…?
De kans dat iemand de smaak te pakken krijgt bij zo’n cursus en alsnog BHV’er wil worden omdat diegene ziet wat die kan betekenen voor collega’s, is best aannemelijk.
Je kunt niet zomaar van je werknemers eisen dat ze een BHV-opleiding doen. Het management kan er dan voor kiezen te eisen dat iedereen een volwaardige BHV-opleiding volgt. Eventueel aangevuld met aanvullende instructies gebaseerd op de risico’s van de organisatie. Denk aan een laboratorium waar de hulpdiensten niet zomaar naar binnen mogen en de mensen daar zoveel mogelijk zelf moet kunnen oplossen.”
De vraag is dus: hoe serieus neem je je zorgplicht?
Want uiteindelijk gaat het er niet om aan de regeltjes te voldoen, maar te zorgen dat je collega’s veilig kunnen werken en snel genoeg hulp krijgen als er iets aan de hand is.
“De tekst in de wet is zo algemeen dat iedereen er wat mee kan. Maar uiteindelijk draait het om wat je wilt voor je organisatie, voor je mensen. Een managementteam dat het echt goed met de medewerkers voorheeft, gaat niet op zoek naar lapmiddelen, neemt geen genoegen met oplossingen in het grijze gebied. Om in BHV-termen te blijven: een pleister plakken op een gapende open wond heeft weinig zin. Hoe serieus neem je je zorgplicht, de basis van de Arbowet, als je niet zorgt dat je doden en gewonden voorkomt met het op orde houden of krijgen van je BHV? Dat is ook onderdeel van goed werkgeverschap!”
Dus je kunt gedonder krijgen als het misgaat?
“Op de keper beschouwd is voldoen aan de Arbowet zonder goede BHV of noodhulp eigenlijk niet mogelijk. Als het een keer goed fout gaat, krijg je gegarandeerd de inspectie op je dak. Kun je niet aantonen dat je de BHV goed geregeld hebt, dan kan dat zomaar een verzwarende omstandigheid zijn. Nog los van de toenemende claimcultuur waarin je ook financieel de duimschroeven krijgt aangedraaid als door jou toedoen, of nalaten, mensen zwaargewond raken of overlijden bij een calamiteit.
“Vraag je gerust eens af: wil ik achteraf spijt hebben dat ik het niet goed heb geregeld? Of maak ik vooraf een goede afweging door te regelen wat ik kan? Voor die paar rotcenten ook nog, want op het geheel aan investeringen van een gemiddeld bedrijf is BHV peanuts. Net iets minder dure designstoelen voor de directiekamer of wat minder buitensporige uitjes en je bent er al.”
Wat zegt de wet?
Alle werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. Daarvoor bestaat de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). De Arbowet verplicht werkgevers ervoor te zorgen dat de werkzaamheden geen gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van werknemers. Dit noemen we ook wel de zorgplicht.
- Artikel 3 van de Arbowet zegt dat een werkgever goed moet zorgen voor de veiligheid en gezondheid van de medewerkers en doeltreffende maatregelen moet nemen voor eerste hulp bij ongevallen, brand en evacuatie.
- Artikel 8 gaat erover dat de werkgever dient te zorgen dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden, risico’s. En over de wijze waarop de deskundige bijstand (uitgelegd in de artikelen 13, 14, 14a en 15) in de organisatie is georganiseerd.
- Artikel 10 zegt dat de werkgever doeltreffende maatregelen moet nemen ter voorkoming van gevaar voor derden.
- Artikel 11 vermeldt dat de werknemer verplicht is voor diens eigen veiligheid en die van collega’s te zorgen en verplicht is mee te werken aan daarop gericht onderricht.